Loopcoaching

De vraag die veel hardlopers, zowel de absolute beginners als de gevorderden, zich stellen is of ze wel een coach nodig hebben? Op zich is er genoeg materiaal te vinden op het web om je aan een schema te helpen of je voldoende oefeningen aan te reiken. Daarvoor heb je niet direct een coach nodig. Waarom dan wel? Hieronder geef ik vijf bedenkingen.

  1. De juiste accenten leggen.
    Een coach waakt erover dat de juiste accenten gelegd worden. Niet altijd hetzelfde en nog meer van dat. Trainen is het lichaam prikkels aanleren en regelmatig andere prikkels. De meeste atleten leren gewoontes aan die ze uiteindelijk niet meer afleren. Iets wat nu werkt, zal daarom binnen één jaar niet meer hetzelfde resultaat geven. Het is belangrijk dat iemand daarover waakt.
  2. Cyclisch trainen.
    Een coach detecteert na verloop van tijd hoe je trainingsjaar kan ingedeeld worden in periodes. Momenten op de 12 maanden waar meer aandacht gaat naar uithouding, hellingen, tempowerk, … Of wanneer er een periode van recuperatie nodig is. Als atleet dat zelf beoordelen is moeilijk en niet altijd zo leuk. Toegeven dat je misschien te lang te hard bezig geweest bent is zo’n indicator dat het tijd is om iemand je prestaties te laten observeren.
  3. Afremmen
    Ik ken weinig atleten die zichzelf afremmen. Ze blijven gaan.  Wanneer het lekker loopt waarom dan niet nog wat meer doen, dat zal ook een nog beter resultaat geven, denken de meesten. Helaas heeft elke atleet zijn momenten en zijn potentieel. Er zijn in de geschiedenis van de hardloopsport weinig atleten die met waanzinnige kilometervolumes grootse prestaties leverden. De meesten gedijen het best wanneer ze een bepaald volume kilometers, tempowerk, … niet overschrijden. Nog meer wordt dan negatief. Een coach observeert en houdt dat vooral in het oog.
  4. Motivatie
    Elke atleet loopt wel eens tegen een muur. En dan helpt de 12 minuten regel ( je wil niet trainen, loop daarom 12 minuten en als je het daarna niet leuk vindt dan stop je) ook niet meer. Periodes dat het niet meer zo fijn aanvoelt, teveel is geworden, …. Op dat moment is een coach nuttig om afstand te nemen, bij te sturen, rust in te bouwen en schema’s aan te passen. Een atleet heeft zelden zelf die motivatie.
  5. Je weekindeling vormen en respecteren
    Elke atleet heeft een DNA code waarmee hij of zij op training reageert. Sommigen reageren op volumewerk, andere op snelle prikkels, nog andere op doorgedreven tempowerk en sommigen moeten niet teveel lopen. Die code detecteren is een kunst. Elke atleet denkt zijn lijf te kennen. En uiteraard weten de meesten iets maar wat ze weten is gebaseerd op de veronderstelling dat ze juist bezig zijn. De meesten atleten zullen zelden hun schema veranderen of een volledig andere methode hanteren. En eigenlijk kom je dan je DNA code niet te weten en ga je ervan uit dat hoe je traint voor jou DE manier is. Helaas is dat misschien niet zo. Een coach leest je DNA code. En reikt je op basis daarvan de juiste trainingen en doelen aan.

 

Eén opmerking over 'Loopcoaching'

thank you for this comment, john

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: