Het tweede artikel rond sportreflexologie, ook verschenen in De Reflexoloog

DEEL 2

Tekst: John Rooms

In dit artikel verlaat ik het pad van de typische hardloopblessures en bespreek ik een aantal praktijkvoorbeelden waarbij voetreflexologie het inzicht aanreikt voor de aanpak van een bewegingsprobleem binnen de sportreflexologie.

Een bewegingsprobleem in een deel van het lichaam heeft altijd een effect op zones op de voeten, soms spiertechnisch, soms verbonden met een orgaan, en kan efficiënt behandeld worden. Dat onderscheid aanvoelen is meestal subtiel en komt naarmate men meer praktijk in de vingers heeft, maar die waarneming is er altijd. Dat was voor mij een bijzondere ervaring en die kwam er door dieper in te gaan op Dwight Byers zijn aanpak voor hielspoor.

Sportreflexologie zit naar mijn gevoel tussen kinesitherapie en osteopathie, waarbij het eerste vooral spier- en gewrichtstechnisch werkt en de tweede discipline de beweeglijkheid van de organen centraal stelt. Binnen mijn aanpak probeer ik deze twee werkwijzen samen te brengen met als leidraad de zonetherapie, die helpt om het juiste inzicht en de aangepaste aanpak te bekomen. Het zijn dus de gekende zones op de voeten en de handen, die aangeven waar een “probleem” zoal mee te maken heeft. Een eenvoudig voorbeeld is hielspoor. De pijnlijke zones zitten letterlijk op de gebieden die uit balans zijn: de blaas, de ischias, de dunne darm, in sommige gevallen de urineleider of de nieren. Zo mag je het dus bekijken. De klant heeft bewegingstechnisch een probleem en je gaat op zoek naar zones op de voeten die de onbalans weergeven. Uiteraard zal het niet altijd zo eenvoudig zijn als bij hielspoor maar de aanpak is dezelfde. Een spiertechnisch probleem heeft vaak organisch een weerklank. Met zonetherapie leg je de impact van een bewegingsbelemmering op het volledige lichaam bloot. Mijn werkwijze is anders omdat er zowel op de voeten (handen) als op het lichaam gewerkt wordt. Indien je dit liever niet doet, kunnen de zones je wel helpen om een klant inzicht te geven in de complexiteit en door gericht advies kan je hem of haar door verwijzen naar een andere therapeut die dan verder op lichaam kan werken.

Ik kan niet genoeg benadrukken dat onze rol als reflexoloog verder gaat dan de zones bewerken en toelichten. Ik hoop dat met dit artikel het inzicht komt dat door dagelijks op z’n voeten rond te lopen iedereen z’n eigen reflexoloog is. Hierdoor geloof ik dat we niets verkeerd kunnen doen. Het is het belangrijk te aanvaarden dat een bewegingsprobleem vaak door een overbelasting komt die waarneembaar is in de voeten, en dat de voeten de echte spiegel van ons lichaam zijn. Door het verleggen van de balans en de voeten anders te belasten, stimuleren wij onze eigen gezondheid. Het is onze rol als reflexoloog om onze cliënten op te voeden om goed te bewegen. Dus niet enkel beginnen bewegen maar juist bewegen met die voeten. De rest van het lichaam, daar weten we zeer veel over, maar hoe we best onze voeten zetten, is een ander verhaal. Door een aantal voorbeelden probeer ik verbanden uit te leggen die op het eerste zicht niet samen horen. En misschien zal je het op het einde van dit artikel normaal vinden dat de schouder links pijn kan doen als de rechter grote teen vastzitJ.

Lage rugpijn

In dit artikel sta ik stil bij verschillende vormen van rugpijn waarbij reflexologie met het juiste protocol wonderen doet. De volgende keer zal ik het hebben over buikpijn, ademhalings- problemen, vermoeide benen,…

 

Vaststelling 1: vierkante voetzoolspier en lage rugpijn

 

Beschrijving

De vierkante voetzoolspier verbindt het hielbeen met buigers van de tenen en wordt ook de vijfde buiger genoemd. De reflexzones zijn dunne darm, ischias, dwarse dikke darm als primair. Blaas, urineleider en nieren als secundair.

Manipulatie

Door het intensief bewerken (masseren) van de vierkante voetzoolspier verdwijnen lage rugpijnen. Naar mijn gevoel is het soepel maken van deze dominante spier in het plantaire gedeelte van de voet de sleutel tot het loskrijgen van de verschillende voetbeentjes. Hierbij kan ik mij voorstellen dat wanneer de spier aangespannen staat de voetboog zelf aan beweeglijkheid inboet en dus ook de voetbeentjes. Wanneer er iets meer ruimte komt en deze spier soepel komt te staan, daalt de spanning op de voetboog en kunnen ook de voetbeentjes beter bewegen. Hierdoor wordt zowel het wandelen als het lopen comfortabeler doordat de voetzool zich mobieler kan gedragen na contact met de grond.

Interpretatie

Het soepel neerkomen van de voeten op de grond stimuleert ook de andere spieren om veerkrachtiger te reageren en de impact van de schok op te vangen waardoor lage rugpijn als gevolg van “voetstijfheid” opgelost raakt. Dit verschijnsel zal dan ook nog terugkomen bij het bewerken van een aantal andere spieren.

 

Vaststelling 2: soleus en lage rugpijn

 

Beschrijving

De soleus spier is de derde kuitspier en werkt mee in de flexie van de voet. Daarnaast speelt ze ook een rol in het terugpompen van het bloed naar het hart. Ze kan vastgenomen worden aan de binnenzijde van het scheenbeen. Naar reflexzones heb je primair best aandacht voor de wervelkolom en secundair voor de blaas en de heup.

 

Manipulatie

Het masseren van de spier stimuleert de doorbloeding van de kuiten en de voeten en het gevoel van zware benen verdwijnt. Door de kuitspier bovendien los te schudden krijg je een kettingreactie naar boven toe en merk je dat lage rugpijn als gevolg van te strakke of stijve spieren verdwijnt. Let wel op om altijd in de richting van het hart te strijken en niet net naast het scheenbeenbot te drukken. Je kan perfect werken met ofwel de lopende duim ofwel met de vingers om naar boven toe druk te zetten. Los schudden doe je voorzichtig door met de ene hand de kuit te nemen en met de andere hand het bovenbeen.

Interpretatie

Het bestaan van spierkettingen is een mogelijke verklaring. Elke ketting is een aaneenschakeling van verschillende op elkaar inspelende spieren en deze kunnen door hun werking gespannen komen te staan door onder andere het constant uitvoeren van dezelfde bewegingen. We noemen dit functioneel1 aanpassen waardoor de maximale beweeglijkheid verdwijnt. Door hierop te werken bekom je terug een ontspannen stand met een gunstig effect op de lage rug.

 

Vaststelling 3: psoas major en lage rugpijn

 

Beschrijving

 

Deze dominante spier begint aan de vijf lumbale ruggenwervels en loopt via het bekken naar de binnenzijde van het dijbeen om aan te sluiten op de trocanter minor. De zones die hiermee overeenkomen zijn primair de lenden, het sacrum, de bovenkant van de blaas en de ischiaslijn.

Manipulatie

Door de psoas behoorlijk te manipuleren zowel op de voeten (zie vorig nummer) in de driehoek tussen blaasgebied, urineleider en voetboog, als op het lichaam komt deze spier los en ontspant ter hoogte van de lage rug. Rugpijn is vaak direct verdwenen. Het direct bewerken doe je best door de vinger aan de binnenkant tegen het bekken te zetten, lichtjes de dikke darm “weg te duwen” en loodrecht zachte druk te geven. Niet hard drukken!

Interpretatie

De functie van de spier is de benen tillen. Door echter constant in een bepaalde houding te zitten of te bewegen kan ze gespannen geraken als gevolg van bijvoorbeeld slechte doorbloeding. Ze verhardt en verliest haar beweeglijkheid. Bijkomend kunnen er triggerpoints ontstaan op deze spier waardoor gedeeltelijk functieverlies optreedt. Het is vaak moeilijker om dan een verband te zien tussen lage rugpijn en de psoas major. Behoorlijk wat sporters kampen met een verkorte psoas wat hun prestatievermogen naar beneden haalt. Minder presteren wordt dan een spierprobleem maar zo wordt het zelden gezien.

 

 

Vaststelling 4: fascia tussen achilles en enkelbot en lage rugpijn

 

Beschrijving

Fascia of bindweefsel wordt gezien als een vlies dat onder andere spieren omgeeft, maar mijn aandacht gaat vooral naar het fascia superficialis, het oppervlakkige bindweefsel dat ik persoonlijk zie als een fijnmazig netwerk waardoor ons gehele lijf niet alleen vasthangt maar ook door druk kan beïnvloed worden.

 

Manipulatie

 

Dit punt masseren ontspant de achillespees en het enkelgewricht wordt soepeler. Hierdoor kunnen de kuitspieren veilig op lengte gebracht worden (niet gestretcht) en ontspannen spierkettingen naar boven waardoor lage rugpijn, zenuwirritatie in de benen, enzovoort verdwijnen.

Interpretatie

Persoonlijk zie ik fascia als een soort primair verbindingssysteem tussen alle onderdelen in ons lichaam en door subtiel hierop te werken bekom je reacties in andere delen van het lichaam.

Dit is een vrij uitgebreid protocol dat ik graag voorstel tijdens de bijscholing in het najaar.

 

Vaststelling 5: nieren en lage rugpijn

 

dit verneemt u op de eerste bijscholing rond sportreflexologie of via een opleidingsdag die ikzelf organiseer.

 

thank you for this comment, john

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: